Waarom ik dit boek ben gaan schrijven.

'U moet eens wat beter voor uzelf gaan zorgen. Niet steeds voor anderen, maar eerst voor uzelf. En als dat niet alleen lukt, misschien kunt u er dan hulp bij zoeken' Dit waren de woorden van een lieve, meelevende cardioloog, toen ik weer eens met hartritmestoornissen op de eerste harthulp was beland. Ik wist dat ik ervoor zou moeten zorgen dat ik minder stress zou hebben, maar hoe doe je dat? En eerst zorgen voor mijzelf en daarna pas voor anderen had ik zelfs nog nooit als een reële mogelijkheid gezien. Dat er wat zou moeten veranderen was me diep van binnen wel duidelijk en dat ik dat niet zonder hulp zou kunnen ook. En ik wist ook dat de manier waarop ik met dingen omging te maken had met alles wat ik als kind had meegemaakt. Maar wilde ik daar wel mee aan de slag gaan? Ik had alles altijd zorgvuldig weggestopt en weggelachen en het was toch eigenlijk al die jaren best goed gegaan? Misschien was het wel het makkelijkst om gewoon zo door te gaan. Of toch niet? Het zaadje was geplant...

En zo zat ik drie maanden later bij mijn psycholoog. Na de eerste therapiesessie vroeg ze me de gebeurtenissen uit mijn jeugd op te schijven. Ik ben thuis achter de computer gaan zitten en ik ben gaan typen, tot ik een week later een document had van zo’n zestig pagina’s. Zestig pagina’s vol met herinneringen aan hele nare momenten uit mijn jeugd. En dat kon ook bijna niet anders, want er was bijna elke dag wel iets aan de hand.

Ik schreef altijd al graag verhalen, waarvoor ik op de middelbare school ook meestal hoge cijfers kreeg. Mijn moeder en broertje zeiden vaak tegen me: 'wat we allemaal meegemaakt hebben, daar zou je een boek over moeten schrijven', maar daar had ik tot op dat moment nooit serieus over nagedacht.
Maar nu had ik alles al een keer opgeschreven. Niet mooi en zonder verhaalstructuur, maar het feit was wel dat ik het één en ander voor mijzelf had geordend. En toen dacht ik: waarom niet? Waarbij dan natuurlijk ook meteen de vraag opkomt: waarom wél?

Wat mij is overkomen, staat niet op zichzelf. Het gebeurde mij veertig jaar geleden, maar helaas is het onderwerp kindermishandeling nog actueel. Bovendien is het iets wat vaak verzwegen wordt. Daders praten er niet over. Omstanders kijken de andere kant op, uit angst om iets verkeerd te doen. En slachtoffers praten niet uit schaamte voor wat hen is overkomen of uit angst niet geloofd te worden.
Als er aandacht voor dit onderwerp is, gaat het vooral over lichamelijke en seksuele mishandeling en minder over psychische mishandeling. Misschien omdat lichamelijke en seksuele mishandeling concreter is. Ik wil met mijn boek laten zien hoe ernstig ook psychische mishandeling is: het tast je zelfbeeld aan, waardoor niet meer weet wie je echt bent. Helaas is het zo dat je de gevolgen van een traumatische jeugd voor de rest van je leven bij je draagt.

Alleen als we persoonlijke verhalen horen, kan er iets veranderen. Al is het de buurvrouw die een kind, dat het moeilijk heeft thuis, dat kleine beetje aandacht geeft. Of de leraar die verschil maakt, door een kind écht te zien en bij vermoedens het gesprek aangaat. Of de professional, die in het gezin komt en niet alleen afgaat op wat het kind zegt (want vaak is dat niets), maar verder kijkt. Of de politieagent die bij gezinsruzies ook even bij de kinderen gaat kijken, in plaats van alleen met de ruziënde ouders te praten.

Ik heb mijn boek geschreven voor iedereen die (direct of indirect) te maken heeft of heeft gehad met kindermishandeling en onveilige thuissituaties.
Dit zijn lezers vanaf ca. 15 jaar die geïnteresseerd zijn in het onderwerp kindermishandeling, puur uit interesse in maatschappelijke onderwerpen of doordat ze zelf kindermishandeling hebben meegemaakt of op dit moment meemaken. In het laatste geval zal het herkenning geven en hopelijk inzicht in hoe belangrijk het is om tijdig professionele hulp in te schakelen om zelf te kunnen helen, zodat trauma’s niet doorgegeven worden aan toekomstige generaties.
Verder zal mijn boek interessant zijn voor professionals en toekomstige professionals die vanuit hun vakgebied meer willen weten over kindermishandeling, trauma én de levenslange gevolgen daarvan. Mijn boek is een uitgangspunt om stil te staan bij wat je als professional zelf zou kunnen doen om van betekenis te zijn voor een kind dat zich in een onveilige thuissituatie bevindt. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan psychologen, therapeuten, jeugdzorginstellingen, leerkrachten, pedagogen en leidsters kinderopvang.


Reageren?  Dat kan via het gastenboek.



terug naar blog