Een "gezellige" vakantie

‘Ik baal ervan dat het weer bijna vakantie is.’
Deze zin zul je niet veel kinderen horen zeggen. Gelukkig maar.
Helaas zijn er kinderen waarvoor deze zin wel geldt, namelijk kinderen die thuis onveilig opgroeien. Zelfs deze kinderen zullen de bovenstaande zin niet snel uitspreken, want er wordt vaak niet gepraat over het geweld thuis, maar ze zullen het wel denken. Voor kinderen die thuis mishandeld worden (in welke vorm dan ook) is de vakantie een verschikking. Niet meer de veiligheid van school, maar dag in dag uit overgeleverd zijn aan de mishandelende ouder.

Ikzelf baalde altijd enorm als het weer bijna vakantie was. En de zomervakantie was daarbij nog het ergst. Zes lange weken niet naar school, betekende zes weken op mijn tenen lopen. Zes weken dagelijks op mijn hoede zijn en voortdurend de ogen van mijn stiefvader (die niet werkte en er dus altijd was) op mij gericht hebben. Zes weken zijn commentaar, zijn sadisme, zijn psychische mishandelingen … kortom zes weken nóg onveiliger zijn dan normaal gesproken al het geval was.

Eén keer gingen we op vakantie. Ik was vijftien en mijn broertje elf. Er werd een caravan uitgezocht en gekocht, waar mijn broertje en ik alleen even vlug met ons hoofd om de hoek van de deur naar binnen mochten kijken. De caravan was voor ons verboden terrein. Mijn stiefvader zocht voor mijn broertje en mij een één-laags koepeltentje uit, een dun matje om op te slapen en een slaapzak, die vervolgens betaald werd met geld dat oma en opa op ons spaarbankboekje voor ons had gespaard. En daar gingen we, op weg naar een camping in Duitsland die, uiteraard, ook weer door mijn stiefvader werd uitgezocht. Een camping zonder zwembad en met maar weinig te doen voor de jeugd.

Het ging eerst nog redelijk. Mijn broertje en ik gingen met andere jongeren mee naar een strandje aan de Moezel, waar het heerlijk zonnen en spetteren in het water was. Maar uiteraard werd dit al snel verboden. Het was absoluut niet de bedoeling dat wij het leuk hadden. We hebben heel wat uren in of bij onze kleine tentjes doorgebracht. En heel soms mochten we even met mijn stiefvader en moeder mee naar het stadje, maar echt gezellig werd het nooit.

Deze eerste week van de vakantie hield mijn stiefvader zich nog zo goed en kwaad als het ging in. Ruzie maken in een caravan, zonder dat iedereen er van kan meegenieten is namelijk een hele toer. Dus er moest “gezellig gezinnetje” gespeeld worden, waarbij er gebadmintond moest worden, en wel úren aan een stuk. En wel precies wanneer mijn stiefvader dat wilde, waarbij hij natuurlijk bepaalde met wie. Mijn moeder klaagde na een paar dagen over een enorme pijn in haar arm, maar dat was volgens hem geen reden om te stoppen. Doorgaan en niet zeuren!

In de tweede week gingen mijn moeder en stiefvader na het eten samen wandelen. Mijn broertje en ik mochten niet mee. De caravan ging op slot, de voortent werd dichtgeritst en wij mochten niets anders dan bij onze tentjes blijven of op een stoel bij de tafel voor de voortent zitten. En daar zaten we dan. Uiteindelijk begon het te schemeren en werd het zelfs al helemaal donker. En nog steeds waren ze niet terug. Het was nog in de tijd zonder mobieltjes, dus we konden ook niet informeren waar ze bleven en of alles wel goed ging. Eén van de buren op de camping had ons al aangeboden om bij hen te komen zitten, maar dat sloegen we af, omdat we niet in konden schatten of dit zou mogen. Uiteindelijk namen de buren geen genoegen meer met onze weigering, helemaal omdat het al wat kouder werd en we ondertussen erg ongerust waren. We zijn toen dus toch maar bij hen gaan zitten.

Een hele tijd later kwamen mijn stiefvader en moeder terug. Mijn stiefvader had na het wandelen naar een Weinstube gewild, daarom waren ze zo laat terug. Hij vond het ook maar onzin dat we daar zaten. We hadden toch gewoon in onze tent kunnen gaan zitten als het kouder werd? De buren waren daarna niet heel vriendelijk meer tegen mijn moeder en stiefvader. Alleen een kort ‘hallo’ kon er nog af. Toen mijn stiefvader een paar dagen later ’s nachts een enorme woede-uitbarsting had richting mijn moeder, was ons hele veldje daar getuige van. Ook dat korte ‘hallo’ was vanaf dat moment verleden tijd.

Eindelijk, na twee weken zat de vakantie erop. De tentjes braken we af, de caravan werd ingepakt. Op naar huis. Maar helaas, de rit terug naar Nederland was een hel. Zonder pottenkijkers om ons heen kon mijn stiefvader weer helemaal los gaan. Hij vond dat mijn moeder de caravan verkeerd had geladen, waardoor hij teveel wiebelde. Het werd een scheldkanonnade die maar aanhield en aanhield en waarbij hij steeds dreigde van de berg te rijden. Uiteindelijk zaten we allemaal, mijn stiefvader uitgezonderd, huilend in de auto.

Aan deze vakantie houd ik alleen onplezierige herinneringen over.
En een nog een foto als stille getuige van deze “gezellige” vakantie.

En mijn moeder? Die liep de weken daarna bij de fysiotherapeut vanwege een tennisarm.


                                                                                                                                                               


Reageren?  Dat kan via het gastenboek.


Terug naar blog