De decembermaand is niet voor ieder kind een feest.

Sinterklaas, Kerst, Oud en Nieuw én ook nog twee weken schoolvakantie. Voor veel kinderen is december dé feestmaand. Maar niet voor elk kind...
Voor mijn broertje en mij betekende deze "gezellige maand" nog meer op onze tenen lopen.

Eerst Sinterklaas. In plaats van een gezellig avondje, was het een avond ergeren aan het getreiter van mijn stiefvader en dan niets van je ergernis laten blijken. Een avond vol pesterijen waar je niet op mocht reageren. En niet reageren betekende niet alleen niets negatiefs zeggen en niet laten blijken dat je er al lang niets meer aan vond. Nee, het betekende ook vooral niet "verkeerd kijken". Het moeilijke was dat je nooit wist wanneer je blik verkeerd was. Een, in zijn ogen, foute manier van kijken, kon al rekenen op een woede uitbarsting, dus ik was me de hele avond bewust van mijn houding. Ik lachte mee, als hij er een kwartier over deed om één cadeautje uit te pakken. Ik lachte om het meest vreselijke gedicht dat ik kreeg en ik deed alsof ik het helemaal niet erg vond, dat er iets waardeloos en gemeens in mijn cadeau bleek te zitten.

En dan kwam Kerst. Normaal gesproken aten we altijd in de keuken, maar met Kerst werd de tafel in de woonkamer gedekt met een mooi tafelkleed en de mooie borden. Mijn stiefvader eiste dat mijn broer en ik samen in de keuken zouden eten. Wij hoefden er toch niet bij te zitten? Het is dat zijn volwassen zoon, die met zijn gezin op bezoek was, dreigde weg te gaan als hij dat zou doen. We mochten dan toch aan tafel zitten, maar hij straalde uit dat we niet welkom waren en dat we er niet hadden moeten zijn. Natuurlijk kreeg hij vervolgens een discussie met zijn zoon, wat uitmondde in ruzie. Onze schuld.
Op de tweede kerstdag gingen mijn stiefvader en mijn moeder dansen. Ik paste dan als meisje van twaalf op mijn broertje van negen.

Met Oude en Nieuw mochten we vaak wel wat langer opblijven. Maar gezellig was het nooit.
Mijn stiefvader zette een Duitse televisiezender op. Of een concert. Of... Nou ja, het kon alles zijn, als het maar niet iets was dat mijn broertje en ik leuk vonden.
Ik speelde de hele avond dat ik het gezellig had. Dat was de enige manier om, misschien, als je geluk had, ruzie te voorkomen.

En dan hadden we ook nog twee weken vakantie. Vreselijk vond ik dat!
Ik was graag op school. School was voor mij veilig. Daar kon ik een beetje ontspannen.
Maar twee weken vakantie, dat betekende twee weken lang de hele dag in angst leven. Twee weken lang de hele dag op je tenen lopen. Twee weken lang de hele dag door de mogelijkheid om in zijn ogen iets verkeerd te doen.
Dit gold toen voor ons als kinderen, maar ook nu zijn er helaas nog steeds kinderen waarvoor de decembermaand en de komende kerstvakantie niet iets leuks is. Waarvoor deze feestelijke maand alleen maar betekent dat ze nog meer tijd moeten doorbrengen in een onveilige situatie.

Er zijn in mijn jeugd, uit de tijd van mijn stiefvader, bijna geen foto's gemaakt.
Maar er is één foto. Een foto die voor mij alles zegt...
Mijn afwerende houding, mijn ongelukkige gezicht, de handen ineen in mijn schoot, mijn broertje die de hond als reddingsboei vast heeft.
De kerstboom kon dan wel versierd zijn, de lichtjes konden dan wel schitteren, maar ze betekenden voor ons geen enkel lichtpuntje...












Reageren? Dat kan via het gastenboek

Terug naar blog